Om maar zo snel mogelijk in het Chinese ritme te komen
hebben we maar een paar uur geslapen en zijn we rond het middaguur met een
grote kop koffie en thee vertrokken naar de eerste bezienswaardigheid op het lijstje:
Het Plein van de Hemelse Vrede (Tian’an men Square). Hiervoor hoefden we maar
een klein stukje met de metro te reizen, maar net als eerder deze dag konden we
meteen weer een nieuwe conclusie trekken.
Conclusie 2: Chinezen zijn meesters in het zoveel mogelijk
mensen in een metro proppen.
Eenmaal weer buiten was er eigenlijk geen ontkomen aan de
dikke laag smog die hier hangt en alles een wazige aanblik geeft. Het Plein van
de Hemelse Vrede is 880 meter lang en 500 meter breed, en daar kunnen dus een
heleboel Chinezen op, zeker op een nationale feestdag. Uiteraard worden ze
allemaal gadegeslagen door het toeziend oog van Mao en vele beveiligers.
Direct grenzend aan het Plein van de Hemelse Vrede ligt de
Verboden Stad, eens het verblijf van de leden van de Ming en de Qing dynastie.
De architectuur is fantastisch, maar toch ook wel een beetje veel van
hetzelfde. Zo ook de namen, binnen de Forbidden City heb je bijvoorbeeld de
Gate of Glorious Harmony, de Gate of Mutual Harmony, de Gate of Supreme Harmony…..en
dan ben je nog maar net binnen. Uiteraard passeer je onderweg ook de Hall of
Central Harmony, de Gate of Good Fortune, de Gate of Flourishing Blessings, de
Gate of Earthly Tranquility, de Hall of Mental Cultivation, de Gate of Eternal
Harmony and so on, and so on.
In de Forbidden City lopen ook een heleboel Chinezen en maar
heel weinig Westerlingen. We merken dan ook snel dat wij met onze westerse
lijven behoorlijk wat aandacht krijgen. Mensen kijken ons niet alleen na, maar staan ons
ook echt aan te gapen. Alles wat we doen
wordt goed bekeken en als we ergens een souvenir kopen staat er ineens een hele
groep Chinezen om ons heen om te kijken wat we dan kopen. Stiekem worden we
hier en daar op de foto gezet, maar omdat we vooral lief blijven lachen
schroomt men niet om ook samen met ons op de foto te gaan. Een heel bizar
gevoel geeft dat. We zijn vandaag meerdere malen met diverse Chinezen op de
foto geweest en daaruit konden we ook niet anders dan de derde conclusie
trekken.
Conclusie 3: WIJ zijn hier de bezienswaardigheid.
Na het bezoek aan de Verboden Stad zijn we via de hutongs
(het “oude” Beijing) richting ons hotel gaan lopen. Cultuurshock na
cultuurshock, want het stinkt hier echt overal, alles is vies en waarom dragen
alle baby’s kleding met een gat erin zodat billen en geslachtsdeel bloot
liggen? Zouden ze dan werkelijk gewoon alles laten lopen?
Na wat rondstappen komen we tegen etenstijd aan in de
Wangfujing Dajie, de drukste winkelstraat van Beijing. Hier komen we al snel
oog in oog met “etenswaren” als gefrituurde spinnen, sprinkhanen, schorpioenen,
meelwormen, maar ook zeepaardjes. Nu hadden we van tevoren wel heel stoer
gezegd dat we dat zeker zouden gaan proeven, maar nu we hier staan slaan we
toch even over.
In een supermarkt kopen we twee bakken noedelsoep en wat
drinken en op de hotelkamer koken we wat gebotteld water om onze noedelsoep
helemaal “af” te maken. We installeren de computer en het internet, kijken wat
Chinese programma’s en douchen de smogdeeltjes van ons af. Nu eerst maar eens
een nachtje echt slapen.
















Geen opmerkingen:
Een reactie posten